Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries

29

[GROOT NEDERLAND]
[redactie]

Doorn 25-8-'41

Beste Tjalling,⁴⁹

Dank voor je opgeruimde brief. Oók dank voor de niet minder opgeruimde ansicht, die mijn lachlust gaande maakte; méer althans dan de Duitsche heer, die eenige weken geleden hier was en evenzeer belangstelling voor Else⁵⁰ aan den dag legde. Het is met een sisser afgeloopen, voorloopig. Ik was als was in zijn handen, en tikte een lijst voor hem van mijn opera omnia. Voortdurend belaagd door de honden, die hem wilden likken en pooten geven, verdween hij weer.

Het doet me plezier, dat Powys je boeit. Een constructie is het zéker, maar toch wel een ‘geïnspireerde’ constructie. Dit is ook hieruit af te leiden, dat het hem maar één maal gelukt is. Je geestverwanten konden wsch. beter, maar ik prefereer ze toch boven Illidge uit Point counter Point.

Binnenkort hoop ik je dan te zien. In Sept. krijg ik het iets kalmer, en, trouwens, voor jou, en in het algemeen voor mijn vrienden, is mijn tijd nooit bezet. Maar laat Willy Pos nog even wachten! Ik had van den zomer nogal veel van dergelijke half zakelijke, althans ‘literaire’ bezoeken, die mij een oogenblik zelfs nogal verontrustten en mij in stilte verschillende vragen deden stellen, o.a. met betrekking tot de mogelijkheid om een spreekuur in te stellen voor niet al te matig tarief. Misschien is dit een broodwinning, wanneer het met de rest misloopt.

De geruchten, dat alle tijdschriften opgeheven zouden worden, en wat daar zoo al bijhoort, zijn vrij hardnekkig.

Half September hoop ik dan eindelijk met mijn piratenroman te beginnen, waar voor de voorstudies langzamerhand atelierallures aannemen; ik bedoel, zooiets als een groot Rubens-atelier, met een heele staf van leerlingen, die de ‘ideeën’ uit-

49 Zodra de krijgshandelingen tussen Hitlerduitsland en de USSR begonnen kreeg ik een wenk van de illegale CPN-leiding om onder te duiken. Men zal mij dan ook in 't vervolg door Vestdijk onder diverse pseudoniemen aangesproken zien, tot in het begin van 1943 de gewone aanhef terugkeert. (Zie brief 54.)

50 Else Böhler, Duitsch dienstmeisje , anti-fascistische roman van Vestdijk uit 1935.

[p. 34]

werken. De leerlingen ontbreken vooralsnog (ik heb niet eens de kans zelf ‘leerling’ te worden!), maar het werk is er wel.

Tot ziens dus!

Hart. gr., ook van A.⁵¹

je Simon.

51 Mevrouw A. Koster-Zijp.