Brieven uit de oorlogsjaren aan Theun de Vries

17 [briefkaart]

Doorn 14-3-'41

Beste De Vries,

Kun je volgende week komen? Als ik het intijds weet, is iedere dag mij goed. Schrijf dus even spoedig. Ik ben 't geheel met v.T. eens, dat wij niet al te eenzijdig moeten zijn, en liefst zoo ‘breed’ mogelijk, wat gelukkig niet hetzelfde beteekent als oppervlakkig. Ik zal een lijst opmaken van essayisten die aan Gr.N. en Crit. medewerken, dan kunnen we daaruit een eerste keuze doen. Spr.[onk] heeft misschien iets over Dostojewski; we moesten met zijn essay over mij (dat ook wel wat kort is voor zoo'n uitgave) maar niet beginnen. Neem jij dan 't ‘secretariaat’ op je, en vraag je onkosten terug. Proust zal nog wel even wachten, maar dat doodenboek lijkt me eigenlijk ook geschikter. Ik ben druk bezig met

[p. 24]

voorstudies, en ontdek vele lieden, die reeds hetzelfde gedacht hebben als ik zou willen denken ... En schrijf jij ook iets voor de reeks. Dan hebben we met Spronk mee al drie. Vender, ter overweging: D.A. de Graaf, Van der Woude, Van Heerikhuizen, Van Wagenvoorde; ouderen weet ik niet zoo veel. Zoek jij dus ook wat namen. (De Kadt, Romein, mevr. Romein?) Beschouwingen over poëzie liefst niet; de eisch moet zijn: een breede achtergrond, cultureel, philosofisch, psychologisch of anderszins. Binnenkort zal ik trachten Van Tricht er toe te bewegen een van mijn twee klaar liggende essaybundels³² uit te geven. Wanneer ik hem financiëel wat tegemoetkom, zal 't misschien wel gaan.

Enfin, mondeling meer.

Hart. gr. van je

SV

Parklaan 6 Doorn

32 Bedoeld is Muiterij tegen het etmaal (2 bundels).