Gestelsche liederen(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 120] [p. 120] Oedipus en Antigone Zij kon zich nimmer schikken in de ware, De diep're blindheid die zij in hem las: Niet om zijn sneeuw'ge ouderdom te sparen Hield zij steeds vol dat hij onschuldig was! Hoe kan het noodlot ooit een mensch bezwaren Die zonder oogmerk zondigde aan zijn ras? Hoe zou een man ooit met zijn moeder paren Indien hij wíst dat het zijn moeder was? Maar hij, de blinde, wilde niet toegeven, En gaf 't verheven noodlot volle maat, En hield het hoog uit noob'le eigenbaat. Totdat zij zweeg, en verder met hem schreed, En op zijn grauw gezicht de angst zag beven Voor de verborgen zinloosheid van 't leed. Vorige Volgende