Gestelsche liederen
(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend
[pagina 112]
| |
Ikarosaant.Het was hun een'ge kans om te ontsnappen.
Het Labyrinth was kil, en 't heimwee groot.
De vader wist: een wedstrijd met de dood...
De zoon wist niets, en volgde alle stappen
Met heel 't vertrouwen van de tochtgenoot
Van een meesterlijk man: hij maakte grappen
Over het vleugelpaar dat dicht kon klappen
En dat met was aan beider schouders sloot.
De vader wist: als ik hem waarschuw, stort
Hij neer, omdat hij dan onzeker wordt;
Daarom gezwegen van het doodsgevaar!
De zoon wist niets, bewoog het vleugelpaar
In staat'ge rust, - tot aan zijn val in zee
Was híj de ware meester van de twee.
|
|