Gestelsche liederen
(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend
[pagina 72]
| |
Februariaant.Soms druppelt het, en geel wordt 't witste wit
Als oude kant, het troetelkind der eeuwen,
Waarin de fijne steken binnensneeuwen
Om saam te smelten innig in 't gelid.
Ook 't licht is geel, en ouderwetsch van snit
En smelt de sneeuw, dan trekken alle meeuwen
Met hun verbeten en haatdragend schreeuwen
Eendrachtig naar hun tijd'lijk jachtbezit.
En dan weer sneeuw, al natter; en weer regen;
En soms een bundel warme zonneschijn;
En ook zijn mist en ijzel zeer in tel.
Geen maand, zoo kort van duur, is zoo gezegend
Met een verscheidenheid van weersgestel
Die ied're almanak een prul doet zijn.
|
|