Gestelsche liederen(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 19] [p. 19] XV De schuttersmaaltijd, - wie bedacht die naam? Het woord schijnt aan de werk'lijkheid ontheven, Voorgoed te loor, en met het woord tezaam Zijn niet bestaande vormen neergeschreven, Onwereldsch gestileerd, gloeiend aanzwevend Op de verheven vleugelen der faam: Titanen, eenhoorns, hippogryphen leven En sterven in 't magnetisch tooverraam! De wapenhandel werd tot arabesk, Het bandelooze smullen een grotesk En angstaanjagend zinderen van vonken. Totdat een kreet die rijke wirwar rijt: ‘Het zijn de schutters!’ - en nog niet verklonken Het vendel weergeeft aan zijn mensch'lijkheid. Vorige Volgende