Gestelsche liederen(1949)–Simon Vestdijk– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] XII De ware kunstenaar zal 't nergens vinden: Geloof, - al stierf hij ook op Golgotha. Zelfs Thomas rekende het wonder na Alvorens zich voor de eeuwigheid te binden. Zoo is hij op genâ of ongenâ Overgeleverd aan de teerst beminden; Door fabels laten zij zich wel verblinden, Maar zijn verlossend woord blijft algebra. Daarom zoekt hij een God, - niet als een macht Die de aarde schiep en hem de wetten stelt, Maar die hem als Geloov'ge vergezelt, Die hém gelooft, en in zijn vormenpracht De wezens ziet, die Híj had willen scheppen En van wier glans, 't is waar, slechts fabels reppen. Vorige Volgende