Het zichtbaar geheim(1915)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 198] [p. 198] De verplante boom Wordt gij verplant, mijn boom, in beter grond, Is 't daarom zeker dat ge opnieuw zult tieren? Uw wortels zondt gij uit in lange slieren Wier web van vezels de aarde in kluiten bond. Wij groeven ze op, hoever hun loop zich wond, En spaarden ze als voorzichtige tuinieren, Maar kaal en machtloos sleepten de arme dieren Achter de stam die op hun stilte stond. Wij hebben toen daarginds in vochtige kuil Hen zacht gevlijd en toegedekt met aarde. Hun tronk, besneden van zijn takken-tuil, Staat recht, op hoop of hij zich nieuw beblaarde. Maar gunst van zon en wind en voorjaarsregen Ligt niet in onze hand; wij bidden zegen. Vorige Volgende