Het zichtbaar geheim
(1915)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend
[pagina 19]
| |
[pagina 20]
| |
Maar verlangen boet
In zijn zingens vreugd,
Zóó voldaan en zoet
Speelt ge al wat u heugt,
Speelt ge als heugen faalt
Of als lust nog stijgt
Wat geheimvol draalt,
Vorm van toon verkrijgt:
't Lief gefantaseer
Dat als vlinder wijlt,
Wijkt, en toont zich weer,
Lachend nagëijld,
Tot het, donker, vlucht
In een schemerwoud
Waar het water zucht
Waar de boschbes grauwt,
Tot, opeens in zon,
't Lachende Geluk
Loof beglanst en bron,
Vruchten biedt te pluk.
| |
[pagina 21]
| |
En gij droomt en ziet,
Liggende in de wei,
Vlinder die niet vliedt,
Een en een erbij...
De oogen sluit ge en, hoor!
Hemel vol gezang,
Heel een vogelkoor,
Bloesems langs uw wang,
Al wat wiegt en deint,
Fluit en tiereliert,
Openschiet en schijnt
Of er glans door kiert.
En een zaalge zee,
Luwte en melodie -
Of gestalte er gleê
Straling door? - o Zie!
|
|