Persephone en andere gedichten(1885)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Der sterren mysterie. De sterren zingen in de lucht - Het is een wondervreemd gezang - De zang, dien eens op 't stille veld Een Magiër vernam voorlang. Het was een Magiër van naam - Zijn wieg stond aan den Tigerstroom, De starren hingen over hem, Als loovers, in zijn eersten droom. En eenzaam in den kalmen nacht, Terwijl de sterren twinkelden, Schreef hij in magisch teekenschrift De tonen, die zij tinkelden. [pagina 34] [p. 34] Doch toen de bleeke schemering Opzweefde aan den gestarnden nacht, Lag voor hem, onontraadselbaar, De zang, dien hij ontraadseld dacht. En rustloos zocht hij, soms bij dag, En soms bij stil en starrig weer, Den zin, die in die teekens sliep, Doch vond dien nimmermeer. En toen hij stierf - noem zacht dat uur, De maan en de sterren weten 't wel - Toen ruischten wond're woorden langs De wanden van zijn torencel. Maar immer zoekt de sterveling, Wanneer de sterren opwaarts gaan, Den zang, dien hij beschreven heeft, Doch eens slechts mocht verstaan. De wind, die van de sterren waait, Brengt wondervreemde tonen aan, En ieder hoort, doch niemand heeft Daarna dier zangen zin verstaan. April 1883. Vorige Volgende