Persephone en andere gedichten(1885)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina I] [p. I] Aan Willem Kloos. [pagina 1] [p. 1] [Persephone.] Voorzang. Perséphone, Zeus' en Deméters kind, Geboren als een bloesem wordt geboren, Die lieflijk hangende in den lach der zon, Ontluikt - zijn niet haar voeten in den dauw, Die langs de bloemen drijft in Enna's dal Speelt zij waar 't water welt en zwemmen daar Haar witte leden zacht langs 't gouden zand, Of rust zij met de Nimfen aan den zoom, Waar zich Rhodeia tusschen rozen bedt? Reit zij niet mee aan Afrodites zij, Terwijl om beider hoofd de bloesem geurt, Wier blaad'ren vallen langs de blanke slaap? [pagina 2] [p. 2] Of heft zij zich ginds hoog, in 't hangend haar, Naar de granaatvrucht, gloeiende onder 't groen? Waar wijlde zij, toen Hyperions lach Van berg tot bergen vloog - Persephoneia! Waarom verzonk de zon in mijmering En zweefde er mijmring op de leege lucht? - Zeus' en Deméters kind - Persephoneia! - Vorige Volgende