Voorwoord.
Het leven schrijven van een bewonderenswaardig voorganger is niet het naast elkander plaatsen van zijn lotgevallen, maar het is uitstorten van het leven dat hij in ons heeft opgewekt. Het is zijn beeld dat hij in ons ontstaan deed zichtbaar maken voor anderen, de gedachten die hij in ons groeien liet weergeven, de aandoening waarmee hij ons bezielde meedeelen.
Verwacht dus niet, lezer, nu ik het leven van Potgieter ga opstellen dat ik van wat hij deed en ervoer u een relaas in bizonderheden geven zal; maar hemzelf wensch ik u te geven, en mijn gedachten aan hem, en wat ik voor hem gevoel.
Toch is het waar dat zijn daden en ondervindingen en menige bizonderheid van zijn levensloop u niet onbekend zullen blijven uit mijn schrijven: integendeel is het mijn doel u zijn uiterlijk en innerlijk leven zoo uitvoerig te schilderen als ik het omvangen, zoo scherp te teekenen als ik het peilen kan; maar alleen opdat