De kristaltwijg(1903)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 102] [p. 102] XII o Licht dat uit mijn droomen schijnt Op u, mijn menschlijke aard, Zooals, bij Kerstmis, uit een kerk Een gloed op 't sneeuwveld kwijnt. Een afglans is 't waar 't volk in loopt, Elk voelt gestemd ervan, Elks oog ziet op naar 't venster of Een straal zijn wezen doopt. Dan gaan ze en doen wat tegen 't doen Van heel hun wereld druischt, En vragen: wat was werklijk: ik Of dit onaardsch vizioen? Vorige Volgende