Goden en grenzen(1920)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 62] [p. 62] XIV Verlangen roept, verlangen Naar van onszelf de donkre pool Waar we alle licht ontvangen Dat scheemrend lokte op onze dool. Zooals een rups omsponnen Door uit haarzelf getrokken draad Droomend van de ongewonnen Vleugels al groeit tot nieuwe staat, Zoo zijn ook wij, omweven Door de uit onszelf geschapen nacht Bereid om op te zweven In de ongeschapen dag die wacht. Vorige Volgende