Dagen en daden
(1901)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend
[pagina 117]
| |
Bij Spinoza te Rijnsburg. | |
[pagina 119]
| |
De stille grijze dag zag van de duinen
Naar 't kleine huisje waar Spinoza zat,
En met den voet de plank der slijpbank trad,
En deed van 't glas de vlakke zijden schuinen.
Het ligt nu tusschen koel- en bloemen-tuinen,
En steedsche menschen volgden 't eenzaam pad;
En wat in 't huis men schoon genamaakt had
Betuurden lieflijke en geleerde kruinen.
Was de eenzaamheid van 't landschap schoonste stilte?
Of schreed dat volk door schoonere eenzaamheid
Van 's wijsgeers geest en vond zich dáar tevreê? -
Van gindsche groene duin woei een zeezilte.
En toen de stoet geheel was uitgeleid,
Hoorde ik om 't huisje alleen dien wind van zee.
|
|