Dagen en daden(1901)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 114] [p. 114] IV Van den geest Straling van licht, en felle kleuren, Onttrok ik 't oog en zocht het hoofd Hoog in klokstille burcht te beuren Waar niets den kalmen tik verdooft Van 't uurwerk, roerloos opgehangen, Dat de altijd zuivre gangen meet Waarmee de Geest, vrij van verlangen En deernis, de eeuwge paden treedt. En de eendre gang in 't andre wezen, En 't tijdloos zijn in 't tijdlijk Beeld, Lokken, en doen de Dwaling lezen: Schaduw die langs de Waarheid speelt. Vorige Volgende