Dagen en daden(1901)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Een gelaat Schouw 'k uw gelaat als een zee met wissling van golven, Zacht is er 't wentelend gaan, het gevoel overdolven Weêr door een ander gevoel. In 't langzaam gewiegel - Rust is een zweven - zwemmen omhoog als in spiegel Vormen lichaamlijk vast maar zonder lijnen. o Mocht nooit hun metalen geweld mij schijnen Anders dan vlottend in zee van 't zachtzinnig gelaat. Zwaar is het leven: een erts: maar een waas geworden Raden we in damp d'Onvermurwbaren: menschlijker morden Eeuwige machten altijd in trekken van menschen. Vloeiend en vast zijn in 't leven aldoor: hun grenzen Schijnen maar zijn niet: toomloos spoelen hun baren, Vast slaan ze aan: vormvol, vormloos ontvaren Stroom van gestalten me in zee van 't golfstille gelaat. Vorige Volgende