Dagen en daden(1901)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] VI Onder den hemel ligt de wereld open, Zeeën, landen en steden zijn daarin; Ik zie den diamantnen kogel loopen Zijn baan en boog, in 't einde als aan 't begin De onfeilbre: Menschgeest-spiegel, Zonnekogel. Alle aardevormen sluimren daar: hun zin En teekning die geen sterfling om kan koopen, Liggen onsterflijk in die zilvren rin - Stil in hun klaarte en mist- en glans-omdropen Draagt hen door de Eeuwigheid de Zonnevogel. En meê door de Eeuwigheid draagt meê de Geest, Zich in Hem spieglend, de eigen aardsche beelden, Die daar van eeuwigheid in zijn geweest, - Kogel en vogel met gespreiden vlogel! - En wie in lijnen die het Licht doorspeelden - Heelal! - of Menschengeest uw wezen leest, Vindt eendre vormen weer en eendre weelden. Vorige Volgende