Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

M.L.C. Lotsy aan A. Verwey 13.11.88

Utrecht 13 Nov. '88.

Waarde Heer,

De enkele maal dat wij u hier mochten zien, is voldoende geweest onze belangstelling te wekken in Uw persoon en met het meeste genoegen kennis te nemen van de eeuwig belangrijke mededeeling die ons heden morgen van Uwentwege toekwam.

Wij wenschen er u van harte geluk mee! En dat kan ik vooral met vol vertrouwen doen, die de ouders van Uw meisje heb gekend en de erfelijkheid voor veel meer dan 90 % de maakster onzer ziel acht, zoo goed als van ons lichaam, waarmee ik haar trouwens volmaakt één denk.

[p. 615]

Het zou Dr v. Vloten stellig ontzaggelijk veel pleizier gedaan hebben twee zijner dochters zoo verbonden te zien aan uitstekende Vertegenwoordigers en verbreiders van den Nieuweren geest.

Uw meisje herinner ik mij nog zeer goed, al zal dit wel niet wederkeerig wezen. Mocht dit wèl het geval zijn, breng haar dan s.v.p. mijn hartgrondigen wensch voor haar geluk; een wensch dien gij bij gelegenheid ook wel zult willen overbrengen aan haar mama. -

Mijn vrouw laat u hartelijk groeten en ik voeg er de mijne bij.

Achtend en vriendschappelijk

Uw dw.

M C L Lotsij.