Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdW.A. Witsen aan A. Verwey 8.11.88Londen 8 nov. '88.
Beste Albert, 'n hartelijke hand met je engagement, - herinner je nog ons gesprek in den trein van Leiden naar Amsterd.? toen was 'k overtuigd, na àlles wat je zei, dat 'k goed zag. - Maar, Albert, - is 't mijn schuld dat je 't schrijven naar Londen onaangenaam vindt? Waarom dan? Je hebt me zoo veel plesier gedaan met je vorigen brief, je oordeel over m'n schilderijGa naar eind1 is zoo goed: ja 'tis gewild dat schilderij, - maar vindt je 't daarom minder origineel? Is er iets in van 'n ander? lijkt 't bij geval weer op MilletGa naar eind2 in de oogen van publiek? Enfin, 't kan me niets schelen, hoor alleen wou 'k maar dat 'k er wat geld voor in de plaats kon krijgen! Ja, 'k zit er tegenwoordig niet dik in - maar 'k had Willem toch gezegd dat 'k hem die ƒ 25 geven zou, - maar hij weet, dat is waar, dat 'k 'nbeetje hardGa naar eind3 ben. - Ik dank je wel voor je verzen - meer zeg 'k er niet van - hoor je wel? ik dànk je ervoor, - 'tis geen banaliteit. | |
[pagina 608]
| |
We leven heel kalm: de eene dag lijkt op den anderen - alleen ben 'k tegenwoordig ziek, - tenminste 'k kan niet uitgaan. Dat heb 'k opgeloopen met 'n wandeling langs de Thames - 'n wandeling van vijf uur langs en over die bruggen en door die reuzestad; dat vind 'k heerlijk zoo alleen te loopen en even aan 'n bar te eten en dan te gaan naar de National gallery etc. Wat 'n heerlijkheid is dàar! Rembranden! - Weet je nog wel die losbarsting van nijd van Jan Piet, bij 't uitkomen van de N.G waar 't eerste stukje van VerberchemGa naar eind4 in stond? Nu, de kwestie van Constable en Turner tegen over de franschen is juist.Ga naar eind5 'tmag zijn, dat weet 'k niet dat Turner 'n leerling is van Constable, maar ze waren van éen leeftijd en zijn zelfs allebei in '51 gestorven. Enfin 't doet er niets toe. - Wordt er over Arti geschreven in de N.G? 'k wou dat Valk 'twou doen.Ga naar eind6 Dat 'k je niet eerder geschreven heb, Albert, moet je niet hinderen. Er is zoo vreeselijk veel te doen, - de dagen vliegen om en buitendien ben k begonnen wat te werken. Dit briefje is ook al heel onvolledig - tot later. Doe m'n respecten aan Mej van Vloten, en vind 't niet naar om me te schrijven, wil je? dag Albert. Willem. |
|