Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdM. van Assendelft de Coningh aan A. Verwey [op of na 7.11.88]Ga naar eind1Waarde Albert! Misschien zet Ge wel heel groote oogen op voor zoo'n familiariteit maar de blijde tijding is ook tot mij gekomen dat we in jou een aanstaande neef mogen begroeten en ik begin nu maar dadelijk met van mijn recht als aanstaande nicht gebruik te maken en je bij je naam te noemen. Het valt me niets moeielijk daar ik je reeds in Gieten leerde kennen;Ga naar eind2 de overgang wordt daardoor gemakkelijker en het is alles een boel gezelliger dan dat Ge een vreemde voor ons waart. Nu kom ik pas aan dat waar ik meê had moeten beginnen, namelijk mijn hartelijke gelukwenschen met het feit van je engagement; ik wist er natuurlijk niets van en ben er daarom waarschijnlijk zoo erg meê vervuld; ik denk zelfs van middag even naar Haarlem te gaan daar ik voel dat een gewone brief niet toereikende is in dit geval. Ik hoop dat je het niet kwalijk neemt dat zelfs je beleefde attentie van gisterenGa naar eind3 ook op den achtergrond wordt gedrongen en ik er nu pas toe kom om je daarvoor dank te zeggen; ik ben er erg blij meê en hoop dat je nu niet denken zult dat dit maar een beleefde frase is; dat zou niet welwillend zijn tegen je nieuwe familie. Nu zal ik Anna ook nog wel eens zien;Ga naar eind4 dat vind ik erg aardig. Nu, met Anna zeer gegroet van M. de Gijselaar. |
|