Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdJ.J.C. Fischer aan A. Verwey [4.8.88]Ga naar eind1Amice, 't Spijt mij dat ik Uw gevoel gekwetst heb met dat labberdoedesachtige opstel met dat dronkemansgevloek erin. 'k Verzoek U 't te willen vernietigen, of zoo mogel., 't eerst met straatlaarzen te bevuilen en dan in den kachel te smijten. Ik beleef n.l. tusschen beiden 2erlei toestand: 1 woest- of wildheid, gepaard met oppervlakkigheid & onnauwkeurig voelen & 2 onuitstaanbare | |
[pagina 485]
| |
wrevel met onbehagelijkheid gepaard en gemis aan hoog poët. gevoel. Maar als ik dan m'n schoone droomen zoo mis, wil 'k wel eens probeeren in hoever ze geweken zijn in die uren; en zoo, terwijl ik in den tweeden toestand verkeerde, ging ik aan 't neerkladderen en mijn oordeel over den uitslag was dus ook, zonder dat ik 't wist, ellendig. Ik kan 't dus niet helpen dat ik U dat halssnoer van afgesabbelde karsepitten met een paar goedkoope koraaltjes en één vloek erin opstuurde. èhhh - Schwamm - drüber!
Den dag na 't opsturen lag dit briefje al klaar; maar ik wachtte omdat ik een vers meteen wou sturen dat nog een weinig vervormd moest. Maar 'k ben er niet aan kunnen komen. Ik ben bang dat ChrisGa naar eind2 of een ander 't prul op Uw tafel zou kunnen vinden. Wilt ge 't dus gáuw wegdoen? Vernietigen? 'k Ga 't nu ja wat beter aanleggen: 'k heb in m'n hoofd 'n klein tafeltje gemaakt: 8-10 Aardrijksk. 10-10 3/4 Verzen maken -12 Vormleer enz. Wat meer regel is misschien niet kwaad In haast t.t. Joh J C Fisher
Ik hoop U nog eens te ontmoeten want ik denk niet vóór 5 Apr. te durven vrijnemen. |