Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

J.A. Alberdingk Thijm aan A. Verwey 22.1.88

V.H. 22 Jan. '88.

Waarde Heer,

Het zoû inderdaad niet overbodig zijn, dat door U, bijv. in het Weekbl. Amstr, de beteekenis van het woord ‘onzedelijk’ werd toegelicht, gelijk gij 't in uw aangenaam schrijven van 21 dezer doet.

De heer Taco de Beer heeft zich tegenover mij en de mijnen onmogelijk gemaakt, door mij te weigeren zijn leedwezen te betuigen, dat de aanvaller in den ‘Portef.’ van 7 dezer het gebied van het privaat leven betreden heeft, en nog wel zoo gewetenloos (zoo lasterlijk!).¹

Kent U den Heer Priem uit den ‘Leeswijzer’?² Dat schijnt een fatsoelnlijk man te zijn.

Met hoogachting, Uw dr

Alb. Thijm

1 B. [T.H. de Beer], ‘Van Deyssel's roman “Een liefde”’. In: De portefeuille 9 (1887-1888), vi, p. 638-639 en vii, p.670-671.

2 G.H. Priem had in De leeswijzer De portefeuille aangevallen over het anonieme stuk (prick 1981).