Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdA. Verwey aan K.J.L. Alberdingk Thijm 20.1.88aGa naar eind1Rozengracht 57 Amsterdam 20 Jani. '88
Amice, Ik stuur je met deze post proef en kopij van je stuk over La Terre.Ga naar eind2 Stuur | |
[pagina 399]
| |
het gauw weerom, dan kan het een beetje vooraan in de febri.-aflevering geplaatst worden. Van dat stuk gesproken wou ik zeggen, dat ik nog nooit een stuk gelezen heb, waarmeê ik het zoo frappant on-eens was en dat ik toch zóo kranig vond, en zóo graag in de Nieuwe Gids zou zien. Ik vind het het duidelijkste en volledigste exposé van meeningen dat je ooit geschreven hebt, - als zoodanig beter dan de Broch. Netsch. Ook vind ik het heel bizonder ver van je, nu al zoo vast en volledig gezeid te hebben war, naar jou idee, het komische is en het tragische en het melancholische, en zóo heelemaal en ineens te hebben uitgeschreven wat je den éenen grootsten indruk uit je levens-ochtend noemt. Wat ik óok heel goed vind in dit stuk, veel beter dan in de Brochure - dat is de kompositie, de bouw. Die is zeldzaam eenvoudig, zoo eenvoudig als de noodzakelijkheid. Ik zeg je deze dingen niet om je nu eens vlak voor je neus aangenaam te wezen, maar alleen omdat ik je óok zeggen wou dat ik het èn in je oordeel over Zola, èn over Shakespeare, èn over Homerus, over het komische, het tragische, het melancholische, de belangrijkheid van den koïtus, enfin, dat ik het over al die zaken heelemaal niet eens met je ben. Jij vindt die dingen zóo, omdat je zús bent. Ik vind die dingen zus, omdat ik zóo ben. Je zult zeggen dat het er heelemaal niets toe doet of ik het al of niet met je eens ben, zoolang jij de eenige bent, die je meening hebt gezegd, en ik aan dat zeggen nog niet toe ben. Dat is wel zoo, maar ik wou later niet geacht kunnen worden door het prijzen en doen plaatsen van je stuk over La Terre aansprakelijk te zijn geworden voor de idee daarin.
Je sprak in je voor-vorigen brief van een plaats in mijn voor-vorigen brief, waarin ik iets geschreven had van minder goede plaatsen in je roman. Die plaats, in mijn brief nl., was een fraze. Ik bedoelde wat anders. Ik bedoelde eigenlijk gezeid het zelfde dat ik |