Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

F.C.J. Netscher aan A. Verwey 3.12.86

's Gravenhage//Sunda-straat 10

3 Dec: '86

Geachte Heer!

Ik ben op 't oogenblik bezig aan een bijdrage¹ voor de volgende afl: van de N.G.. Ik hoop ze bij tijds gereed te hebben. Wanneer ik ze vóór 10 Januari inzend, is 't immers nog tijds genoeg? Ik denk, dat ze 2 à 2,5 vel zal worden.

Kloos heeft eer van zijn werk;² die fratsenmakers in onze Kunst moeten ieder hun beurt hebben. 't Zou partijdig geschenen hebben, indien na den

1 Zie f. w. van eeden aan a. verwey 29.11.86, noot 1.

2 N.N. [W.J.T. Kloos], recensie over: H.J.A.M. Schaepman, Aya Sofia. In: De nieuwe gids 2 (1886-1887), deel i, p.316-328.

[p. 262]

grooten Bohl³ ook den grooten Schaepman de ooren niet eens waren gewasschen. Die rhetorische franjevlechter met zijn overdreven reputatie heeft me al twee jaar in de Kamer verveeld. Wanneer men zooals ik veroordeeld is dien bulderaar altijd te moeten aanhooren, is 't een heerlijk genot hem eens bij zijn dikken nek te zien pakken, en te hooren zeggen: Koest, schreeuwleelijk, houd je eerwaarden bek eens! De Karakteristiek van zijn persoon en zijn werk zijn uitstekend getroffen.

Aletrino⁴ is thans oneindig veel beter dan den vorigen keer. Gelukkig dat we ditmaal geen Lotsyanisme⁵ te slikken hebben gekregen. Hoe komt die man toch in de N.G.? Hij is een even groote schreeuwert als zijn Eerwaarde; hij is walgelijk van domme schreeuwleelijkheid. Ik begrijp niet, dat V.d. Goes met hem wil samenwerken.

Prins wil voor de Rev: Indépendante een artikel over onze literatuur schrijven, en vroeg mij onlangs om inlichtingen. Ik raadde hem toen aan te wachten, totdat Van Deyssels roman uit was, omdat dit wel het voornaamste evenement van dezen winter zal wezen. Het zal hem nu zeker spijten dat zijn werk zoo laat komt. De titel is immers ‘Een Liefde’?

Couperus bereidt geen verrassingen voor. Zijn bundel⁶ is een heruitgave van zijne gedichten uit de Gids, Spectator enz.

Cosman⁷ komt zeker in Februari aan de beurt. Arme Kloos, die al die letterkundigen kantkoek eten moet!

Ik durf U aan te raden Virg: Lovelings ‘Sophie’⁸ eens te lezen. Volgens mijn opvatting is dit het beste proza werk, dat in de laatste jaren in Holland geschreven is

Groetend

Uw dw dr

Frans. Netscher

3 N.N. [W.J.T. Kloos], recensie over: Joan Bohl, Canzonen. In: De nieuwe gids 1 (1885), deel i, p.486-506.

4 Aletrino, ‘Een dag van regen’. In: De nieuwe gids 2 (1886-1887), deel i, p.230-232.

5 Lotsy had sinds het tweede mummer bijdragen van politiek-filosofische aard aan De nieuwe gids geleverd.

6 Louis Couperus, Orchideeën. Amsterdam 1886.

7 N.N. [W.J.T. Kloos], recensie over: H. Cosman, Nosca. In: De nieuwe gids 2 (1886-1887), deel i, p. 470-478.

8 Virginie Loveling, Sophie. Gent 1885.