Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

[p. 233]

A. Verwey aan K.J.L. Alberdingk Thijm 10.10.86

Rozengracht 57

10 Octr. '86

Amice,

Ik kan niet nalaten je mijn dank te betuigen voor de meêdeeling van het genot dat je gesmaakt hebt bij het lezen van het stukje van J. Stemming, in het Dagblad.¹

Ik deel je in vertrouwen mee, dat ik dezer dagen immens heb genoten van de hoofdartikelen in de Amsterdammer, Dagblad, geteekend H.J.v.d. Mandele.²

Geloof me, onder aanbeveling,

tt

Albert Verwey

1 Verwey maakt hier een grapje door Alberdingk Thijm te bedanken voor lof die niet aan zijn adres gericht is: Van der Valk was immers de schrijver van dit artikel (zie k.j.l. alberdingk thijm aan a. verwey 8.10.86). Bij zijn complimenten aan Thijm met iets wat hij niet geschreven had, herhaalt hij het grapje.

2 H.J.v.d. Mandele, ‘De marine op de Indische staatsbegroting voor 1887’ (2 delen). In: De Amsterdammer. Dagblad voor Nederland 4 (1886), d.d. 8-10 1886, p. 1 en d.d. 9-10 1886, p. 1.