Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

[p. 232]

K.J.L. Alberdingk Thijm aan A. Verwey 8.10.86

Am., 8 Okt. '86

N.Z. Vbw. 161 -

Amice,

Dank je wel voor de toezending van ‘Gedachten over Holl. letteren’.¹ Onder de vele engelen, die in dit stuk weêr uit je mond zijn gekomen, geldt voor mij de tirade over de betrekkelijk weinige woorden, die een goed dichter gebruiken zal.²

Ook heb ik met veel genot het stuk van J. Stemming in het Dagblad³ gelezen.

tt

Karel Alb. Thijm

1 De ondertitel van ‘Toen de Gids werd opgericht...’, in: De nieuwe gids 2 (1886-1887), deel i, p. 52-90, luidde ‘Gedachten over Hollandsche letteren 1800-1830’.

2 Ibidem, p. 81: ‘Een goed dichter zal bij voorkeur met weinig woorden werken, omdat een groot deel der woorden, in iedere taal, op zich zelf reeds een figuurlijke beteekenis hebben, waardoor ze voor wie nauwkeurig wil schrijven onbruikbaar zijn.’

3 Zie a. verwey aan j.p. veth 5.10.86, noot 11.