Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 229]
| |
A. Verwey aan F.W. van Eeden [op of vlak na 30.9.86]Ga naar eind1Beste Free, free is bedroefd, en free moet niet bedroefd zijn. Dat HumptyGa naar eind2 weg is, is verdrietig, maar ómdat het verdrietig is zal het prettig zijn, als Humpty weêrom komt, wat hij wel doen zal en misschien al gedaan heeft. Dat hoop ik. En omdat je stukkieGa naar eind3 niet goed is? Luister, dat is zoo. Als iemand iets schrijft, goed of slecht: het zijn zijn gedachten; als iemand schrijft zoo als jij en ik, nauwkeurig, dan zijn het zijn gedachten en ze zijn interessant voor ieder die probeert ze te verstaan. Jou stuk is interessant voor mij en ik geniet ervan, - omdat het een stuk is van jou, ook een stuk van je ziel, bedoel ik. Maar dit stuk moest niet alleen interessant zijn voor mij, maar voor heel veel menschen. En wanneer gaan die luisteren? Als jij zachtjes praat in je zelf, of als je praat met Martha, of met mij, als we dicht bij elkaar zitten? Neen, niewaar? De menschen gaan pas luisteren, als je luid praat met klinkende stem, of innig, doordringend, met een mooien hartstocht en gebaren. Dan pas. Of wij al heel nauwkeurig en bedaard gedachten zeggen die interessant zijn, daarom geven de menschen niets. De menschen willen een stem, die tot ze doordringt, en daar hebben ze gelijk in, want zij zijn ‘de menschen’. Nu, jij hebt in je stuk gepraat met Altera en Altera heeft het stellig heel aardig gevonden, zoo als ik het ook heel aardig vind. Dat de menschen niet konden komen luisteren ligt aan de toonhoogte van je stem. Daarom zeg ik dat je niet droevig moet zijn. Want ga over dezelfde dingen praten, niet met grapjes, volstrekt niet noodig, maar met een stem, alsof jij en Altara niet met elkander maar voor ‘de menschen’ praten, dan heb je gedaan wat je doen wou. Zul je, free? En niet droevig zijn? Doen wat je nu misschien zult kunnen, neen: zeker - nu je weet, dat ik je stuk begrepen en ervan genoten heb, al vond ik dat het publiek er niet van genieten kón. Maar je mag niet meer zeggen dat ik versregels heb gemaakt, die ik niet gemaakt heb, hoor! Dag. - |
|