Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdA. Verwey aan F.W. van Eeden [20?.6.86]Ga naar eind1Zondagmiddag
Beste Free, Ik heb een paar verdrietige dagen gehad. Mijn broêrGa naar eind2 kwam Woensdagavond thuis - had een bloedspuwing gehad en kreeg thuis nóg een. Ik had het lang verwacht, maar het was zoo verdrietig hem te zien met zijn bleeke teêre lichaam van nog-geen-twintig-jarigen teringlijder. Er is een dokter bij - Dr Langelaan, ik ken den man niet - en hij heeft sints dien avond niet meer opgegeven; wel kucht hij soms nog. Nu wou ik je allerlei raad vragen. Kleine tusschenruimte. In dien tijd ben ik naar de huiskamer gegaan. Mijn broer is voor 't eerst op en zit naast me, poor boy. Groote, erg vervelende tusschenruimte. Een reeks visites van ooms, tantes en geloovers in den Heer. - Hoe die ziekte kan dienstbaar worden gemaakt ter verheerlijking van Zijnen naam - dat het patient wel spijten zal de Kerk te hebben moeten verzuimen - godbeter't, patient, en ik ook, had wel aan wat anders te denken dan aan een kerk en een god, die Zijn Naam moet verheerlijken met ziekten. Geef me wat raad, toe? | |
[pagina 179]
| |
Wat mag hij eten? Wat is de beste levenswijs voor hem? Als hij weer loopen kan, namelijk. De dokter - Dr Langelaan - zei dat hij naar 't Gooi moest, een maandje, om te wandelen. Is dat goed? Hoe duur is een tweetal kamers, met kost etc. Wil je dat eens informeeren? Misschien weet je 't al door je ijverige bemoeiingen in zake Sam. Misschien kan je me van die dokters dingen niets nieuws zeggen omdat er weinig te zeggen is van die ziekte en nog minder van een patient die je niet gezien hebt. Maar schrijf me toch maar, het kan me niet schelen wat, en laat Martha er de groeten onderbij zetten en schrijf wat goed is voor mijn broer net zoò als je schrijven zou wat goed is voor mij. Jullie Vriend Albert. V |