Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888
(1995)–Albert Verwey– Auteursrechtelijk beschermdA. Verwey aan C. Vosmaer [30].11.85Ga naar eind1Nassaukade Amsterdam. Novr '85.
Zeer geachte Heer, Uw briefkaart van den 25en bracht mij in herinnering dat het nu misschien reeds anderhalf jaar geleden is, dat ik hoopte spoedig met u kennis te mogen maken. Ik maak mijzelven thans een verwijt van de indolence, waarmee ik dat genoegen zoo lang van mij verwijderd hield. En niets zou mij liever zijn dan de goede gelegenheid bij den staart van uw briefkaart te grijpen en u persoonlijk te danken voor de belangstelling die U mij van den beginne aan hebt betoond. Na uw artikel in den Spectator had ik U willen schrijven, maar ik vond het moeielijk - ik vond het ongepast u te danken voor uw appreciatie. Nu | |
[pagina 111]
| |
ik u weldra hoop te zien doet het mij te meer genoegen, dat u de onvolkomenheden van mijn artikel over het Sonnet in de schaduw gelaten hebt. De bundel bevat de voorarbeid tot plannen, die mezelf nog niet recht helder zijn. Kloos schrijft er iets over in de Nieuwe Gids. Met zijne scheiding tusschen Levenslust en de Mephistopheles-sonnetten ben ik het niet geheel eens. Misschien wel omdat ik de uiterlijke verschijning van mijn werk niet afzonderlijk zien kan en hij wel. Ik heb in de N.G. den eersten zang van Demeter, een vervolg op Persephone. Daar ik geen afdrukje heb zend ik u een Exempl. - Vooral over de SonnettenGa naar eind2 in diezelfde aflevering hoorde ik gaarne uw oordeel. Daar ik mijn tijd tegenwoordig voor een groot deel zelf kan regelen zal ieder bericht mij welkom zijn, waarin u bepaalt wanneer ik, hetzij hier, hetzij in den Haag het genoegen kan hebben U te zien. Inmiddels blijf ik met de meeste hoogachting Uw dw: dienr Albert. Verwey |