Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

J. van Looy aan A. Verwey 24.11.85¹

Venezia 24 Nov 1885

Albertje!

Van morgen je brief ontvangen, met veel plesier. Maar ik sta op 't oogenblik voor 't feit van 5 brieven en kan je dus niet antwoorden of weêr een schrijven, voor dat ik: concientieus als ik ben, de anderen beantwoord heb, en aangezien ik geen schrijfmachine ben, neem ik voor elke brief meestal een avond. Dus zeg aan Chap dat ik hem overmorgen schrijven zal. Ik zeg je dat vooruit omdat ik met jou nog wat over de ‘vuist’ praten wou, jij die me in je brief zoo kranig het voor en tegen ontwikkeld en me toch op een andere plaats weêr zelve niet voor een ‘vuist’ maar voor een ‘stoomhamer’ zet.

1 Briefkaart.

[p. 107]

Toch, wacht nooit op een brief van mij als je eens met me praten wil, je vind een goed hoorder, die zich, behalve dat hij de persoon ziet, zich daarenboven nog de plaats voorstellen kan, waar de persoon schrijft en denkt. Dat heb ik op jullie allemaal voor.

Nu, in haast schrijf ik je dat even na den eten. Laat Kloos maar zich vast broeien in m'n chambercloak, er zit een goede geest in. Toch wilde ik wel dat z'n handen minder vastgevroren waren, voor mijn persoontje. Rijden jullie schaatsen? Ik heb vandaag met een open raam geschilderd, maar nu is het weer koud, en regent. dat Jac. v Looy.