Briefwisseling 1 juli 1885 tot 15 december 1888

[p. 65]

W. Doorenbos aan A. Verwey 15.10.85¹

Brussel 15 Oct. 1885

A.

Ik heb u niet geantwoord op de goede ontvangst der ƒ .200, wijl ik dacht dit spoedig met die van den postwissel te kunnen paren.

Deze is echter niet gekomen, toch niet verloren? Het is natuurlijk dat de N.G. allerlei individualiteiten naar hun humeur opwekt.

De attentie, er aan verleend, is de hoofdzaak. Ik zag Leeswijzer en, aardig, G. prijst u zeer, maar is onbillijk jegens Kl: en v.E.² Van twee dames, die ik dezen zomer sprak, weet ik dat zij geteekend hebben.

Het is nu te wenschen, dat men vroeg genoeg klaar is voor het volgende nummer om het bedaard te corrigeeren en te laten corrigeeren. - Al is het hatelijk versje in Leeswijzer³ scherp, ik vind het niet onaardig.

Mijne lezingen zijn voor mij een punt van overdenking. Ik nam een algemeenen titel om vrij te kunnen wezen. Ik zal niet alles vullen, slechts pogen gedachten te wekken meer niet.

Het eerst zal ik wel het meest over Egypte, dat geen litteratuur in onzen zin had, ten minsten geen poëtische, handelen

tt. W.D.

1 Briefkaart.

2 W.G. [W. Gosler], ‘Nieuw leven?’, recensie over: De nieuwe gids 1 (1885-1886), nr. i, oktober 1885. In: De leeswijzer 2 (1885-1886), nr. ii, d.d. 15-10 1885, p. 153-155.

3 J.H., ‘De nieuwe gids’. Ibid., p. 156.