Het blank heelal(1908)–Albert Verwey– Auteursrecht onbekend Vorige [pagina 176] [p. 176] Het Misdrijf Gij zijt mijn Heer, mijn Vader en mijn Vriend. Als ik misdreef dan deed ik het door u. Ik die misdreef, die van mijzelven gruw, Ik heb misdrijvend u alleen gediend. Ik die misdreef en die, uw straffen ziend, Staan zal gelijk uw zoon, niet blind, niet schuw, Straf mij en duld dat ik als eenmaal, nu Vóór u zal staan, wel bevend, niet ontvliênd. Ik hief mijn Beeld zoo hoog dat gij alleen Eraan kunt raken. Brijzel, 't is uw recht. Of duld dat ik, uw kind, het recht en slecht U overgeef, hoewel verspeeld, toch gaaf. Ik buk het hoofd: ik ben uw knecht, uw slaaf. Gij zult het nooit, nooit in het stof vertreên. Vorige