Carmiggelt
Daarentegen houd ik van Carmiggelt, de minst autoritaire figuur die je je kunt voorstellen (al slaat hij misschien zijn vrouw, je weet nooit, maar ik heb alleen met zijn image te maken). Carmiggelt schrijft al jaren onder de naam Kronkel (in het Parool) cursiefjes. Hij doet dat dagelijks en als ik dat zou moeten doen zou ik er onherroepelijk van aan de drank raken. Carmiggelt heeft het jarenlang fier volgehouden, maar de laatste tijd merk je toch dat hij allerlei technieken gaat ontwikkelen om het zich makkelijker te maken.
Daar heb je bijvoorbeeld het fenomeen van de gespreide vakantie: om de haverklap neemt hij een weekje op (schrijft er dan een klein stukje over, dat scheelt weer een dag, waarin hij meldt, dat hij weer zoals gebruikelijk een klein stukje van zijn vakantie opneemt). Als hoofdredacteur Sandberg het zou natellen zou hij waarschijnlijk merken dat Carmiggelt op onopvallende wijze ca. 10 weken vakantie per jaar neemt. Griep krijgen is ook een methode om een paar dagen vrij te krijgen. Zodra de krant melding heeft gemaakt van een griep-epidemie kun je er zeker van zijn dat Carmiggelt hem binnen enkele dagen krijgt (waarschijnlijk reist hij de ziekte tegemoet). Laatst las ik dat mensen die het vorig jaar griep hebben gehad dit jaar weinig kans maakten omdat het om hetzelfde soort virus gaat. Desondanks lag Carmiggelt twee weken (!) plat.
In de tijd dat Carmiggelt geen griep of vakantie heeft kan hij met goed fatsoen niet onder het schrijven van zijn kolommetjes uit. Door regels tot alinea's te verheffen slaagt hij er wél in om de lengte wat in te perken, maar hij ontkomt er niet aan dat er toch een paar honderd woorden op papier moeten komen. Dat gaat natuurlijk lang niet altijd even gemakkelijk en daarom heeft Carmiggelt een paar technieken bedacht om af en toe een stukje zichzelf te laten schrijven.
Overbekend zijn de twee-wekelijkse publicaties van grapjes, hem toegestuurd door ouders van kinderen. Daarnaast is het stukje over de ochtendkrant een vast nummer: ongeveer 1 keer per kwartaal schrijft Carmiggelt hoe moeilijk het is om op te staan als je de ochtendkrant hebt gelezen met zijn vele ramptijdingen. Tot mijn stomme verbazing meldde hij een tijdje geleden dat hij nu de ochtendkrant opgezegd heeft, waarmee dit tekstje voor de toekomst onmogelijk wordt. Hij zal dan ook binnenkort wel weer een nieuw abonnement moeten nemen. Dan heb je nog de Kronkels over opgeraapte stukjes papier. Dat doet Carmiggelt ongeveer één keer per twee weken: hij loopt in de stad en raapt een stukje papier op en daarop staat zoiets als ‘Waar ik toen die mosterd gegeten heb, weet je? Maar Koos zegt, er gaat niets boven maanzaad voor als je wilt wat hij wil’ (Veel mensen heten Koos bij Carmiggelt). Hij mijmert dan over wat Koos eigenlijk wil en eindigt met de verzuchting dat wij daar wel nooit achter zullen komen.
Af en toe gaat Carmiggelt naar het bos en schrijft een soortgelijk stukje over bijvoorbeeld een bh die over een boomtak hangt. Hij eindigt met de