Snipper 17
Tikkel genant (2)
In 1953 kwam ik uit Indonesië in Amsterdam aan, met het motorschip Johan van Oldenbarneveldt. Het was de maand mei, het regende mot en langs het Noordzeekanaal fietsten mannen met hoeden op en lange regenjassen aan. In de haven dreef een lage boot met het opschrift: Gooit geen vuil in de grachten.
Mijn ouders en ik werden met busladingen andere Indische repatrianten dun uitgesmeerd over Nederland, wij kwamen in Oss terecht.
De zomer stond voor de deur en met onze tropenkleren kwamen we die eerste maanden een heel eind. Maar toen het nieuwe schooljaar naderde moest er gekeken worden naar passende kleding voor mij. Ik was 14 en zou naar de derde klas van de HBS gaan. Wat droegen jongens van die leeftijd in Nederland in het najaar en de winter?
Mijn moeder en ik bezochten een kledingzaak in het stille hart van Oss en een half uur later stonden we met onze aankoop weer buiten. ‘Zo, jij kan een jaar vooruit’, zei mijn moeder. Ik had mijn twijfels, want haar kennis van de Nederlandse mannen- en jongensmode dateerde uit het midden van de jaren dertig. Toen reisde zij mijn vader achterna naar de tropen en aangezien hij daar het vak van militair beoefende en kleding van de zaak kreeg, was er weinig reden voor haar om ooit nog de mannenmode bij te houden.
Maar goed, ik had ingestemd met de aankoop en de verkoopster had verzekerd dat mijn broek en jasje geheel binnen de mainstream van de Osse jongensmode viel. Een week later berichtte mijn vader dat hij in Amsterdam gedetacheerd was en dat ik daar de HBS zou bezoeken. Alles beter dan Oss, dacht ik.