Nipper 66
Ik zal 11 jaar geweest zijn, misschien twaalf, toen mijn vader me vroeg de krant op te halen. Die werd een blok verder aan abonnees uitgereikt, maar niet meer langs gebracht. Er waren in Soerabaja in die tijd nog 2 concurrerende Nederlandstalige kranten, de Nieuwe Courant en De Vrije Pers. En ik ging de Nieuwe Courant voor mijn vader ophalen. Er stond (1950/1951) alleen slecht nieuws in want Indonesië was eind 1949 onafhankelijk geworden en ruziede met Nederland terwijl vooral de rijke Chinezen dagelijks gevaar liepen gerampokt (beroofd) te worden. Veel gezag had de regering-Soekarno namelijk nog niet over de vrijheidsstrijders aan wie ze de republiek te danken hadden. En de rijke Chinezen werden zo mogelijk nog meer gehaat dan de Nederlanders. Mij hield dat allemaal niet bezig, ik was aan het groeien, ik merkte dat mijn lichaam bijna dagelijks sterker en groter werd. Ik pakte de krant bij het afhaalpunt en holde naar huis. Een tocht van pakweg 500 misschien 1000 meter. Maar onderweg kreeg ik ineens vleugels. Gaten in de weg, struiken op het pad, ze deerden me niet. Ik vlóóg, voelde geen moeheid, voelde mijn voeten niet bewegen, voelde alleen dat ik met grote snelheid vooruit kwam. Toen ik de krant bij mijn vader neerlegde, hijgde ik niet eens. Het leek nog het meest op een ‘out of the body-experience’. Maar ik weet nog steeds met grote zekerheid dat ik op dat moment hollend kon vliegen. Ik hoop dat elk kind zo'n moment in z'n jeugd beleeft.