Nipper 53
Lijstjes van Beste Boeken worden al heel lang gemaakt en in 1976 vroeg Vrij Nederland aan zijn recensenten om voor het Kerstnummer aan te geven wat zij de beste boeken van dat jaar vonden. Ik had me het jaar daarvoor geërgerd aan de dikdoenerij van andere recensenten die, om te laten zien hoe erudiet zij waren, de meest schimmige buitenlandse schrijvers als hun favoriet noemden. Bij voorkeur een uit het Swahili vertaalde doofstomme dichter-schilder. Ik besloot een stap verder te gaan en twee schrijvers en hun boek te verzinnen. Mijn eerste favoriete boek van 1976 heette ‘Ik niet’, geschreven door Rolf ter Haar, een roman waarin de hoofdpersoon niet beschreven werd, maar als het ware ‘uitgespaard’ was in het verhaal. De leegte bepaalde de contouren van het personage, legde ik cryptisch uit. In mijn tweede favoriete boek van 1976, geschreven door Joyce Kirschstein (uitgeverij Sijthof), slaagde de schrijfster er in om drie personages met precies dezelfde naam zo onderscheidend op te voeren, dat je als lezer nooit twijfelde wie wie was. Bravo! Ik zond het stukje naar Vrij Nederland. In het begin van het nieuwe jaar kreeg ik een telefoontje. ‘Ik zie hier in Vrij Nederland bij de beste boeken van 1976 een boek van onze uitgeverij staan,’ zei een aangename herenstem, ‘Verboden Oogst van Joyce Kirschstein, maar ik kan die titel helemaal niet in onze fondslijst vinden!’
‘Ach, dat was bedoeld als een grapje,’ zei ik betrapt, ‘daarom heb ik de naam van de uitgeverij expres ook verkeerd gespeld. Sijthof met één f! Maar helaas heeft de correctie daar weer een f bij gezet. Heeft u het stukje voor u liggen?’ ‘Een grapje?’ vroeg de herenstem, ‘is die hele pagina een grap?’
‘Nee,’ zei ik. Ik kreeg het benauwd. ‘Alleen mijn stukje. U begrijpt wel, ik vind dat altijd zo'n dikdoenerij, de beste