Nipper 35
Gerrit van der Valk, de oude baas van de hotel-keten, had moeite met lezen, vertelde hij lang, lang geleden aan Cisca Dresselhuys in een Meetlat-interview. Als hij iets las, wilde hij dat het ook informatie gaf. En sommige zinnen leverden hem dan grote problemen op. Neem de zin ‘Het paard staat in de wei’.
‘Dat het paard in de wei staat, is geen informatie’, oordeelde Gerrit, ‘paarden staan altijd in de wei. Het zou pas informatie zijn als de zin luidde: “Het paard staat op het kerkhof.” Of wáár dan ook. Maar niet in de wei, want daar staat hij altijd. Je zou dus net zo goed kunnen zeggen: “Het paard staat.” Maar ook dat voegt niets toe, want een paard staat altijd. “Het paard ligt”, dat is informatie, “het paard staat” is dat niet. Je zou dus kunnen volstaan met “Het paard”. Maar wat wil je daar nou mee zeggen? “Het paard”, dat zegt toch niks? Dus zo'n zin is eigenlijk overbodig.’
Dankzij dit getob deed Gerrit van der Valk altijd heel lang over zijn ochtendkrant.
Naschrift: Cisca Dresselhuys liet me weten dat mijn weergave van het Meetlat-interview nogal afweek van haar stuk in Opzij, maar dat ze het wel een mooie variant vond.