tot het volledig begrip van het schoone te voeren, het toch in voeling te brengen met edele kunstuitingen, het ervan op de hoogte te stellen, zijne belangstelling ervoor op te wekken en alzoo het onze te geven in de geringe mate onzer krachten tot het juister denken, edeler voelen en beter betrachten, waarvoor ons volk ongetwijfeld bevattelijk is.
Wij beseffen ten volle dat onze taak ondankbaar is; toch schrikt ons de arbeid niet af. Ons bewustzijn iets te kunnen bijbrengen ten goede zal ons niet verder doen springen dan onze stok lang is. Eerbied voelen wij voor de velen, die van vóór jaren een heiligen, onbaatzuchtigen kamp voerden voor de volksveredeling. Die hebben gezaaid wat thans on[t]kiemd is; wij willen met teedere hand die opgroeiende plant helpen verzorgen en daarvoor geene moeite sparen.
Geen persoonlijke vitterijen zullen geduld worden; kapellekensgeest wordt zorgvuldig gebannen en aan ‘potins’ doen wij niet mee. Wij zullen altijd en alleen de zaak in 't oog houden waarvoor wij strijden.
Ons Vlaamsen, tooneel te Brussel ligt ons nauw aan het hart evenals dit van Antwerpen en Gent; ook zullen wij met aandacht de werking daarvan volgen.
Die tooneelkringen, welke goed werk leveren, zullen bij ons ruimen steun en aanmoediging vinden en wij hopen van onze zijde dat zij ons streven niet zullen miskennen.
Wij zeggen het den verslaggever van het 29e Nederlandsen Congres na: ‘In onze tooneelkringen is er middel om den smaak en den kunstzin van het publiek te louteren. Elk tooneelliefhebber, die zijne taak wil ter harte nemen zooals het behoort, moet een apostel worden bij de zijnen, bij vrienden en kennissen, een propagandamaker in den vollen zin des woords.’
Voor letterkunde, beeldende kunsten en muziek is er volle gastvrijheid in ‘Ons Tooneel.’ Vreemde kunst, op welk gebied ook, zal ons niet onverschillig laten en bij ons altijd mogen rekenen op een onbevooroordeelde belangstelling.
Tot slot:
Wij zijn ingescheept; wij zullen varen, met hoop, vertrouwen, moed en geestdrift; zorgvuldig zullen wij de klippen van laster en kleineering ontwijken of althans er ons niet aan storen. Het weinige wat we kennen, het vele wat we voelen geven wij zonder achterdocht ten beste met het vastbesloten inzicht niemand te kwetsen, maar sympathie en aanmoediging te vinden bij allen, die het goed meenen en voor hunne meening ook iets over hebben.
a. | Ons Tooneel, |
b. | Weekblad voor Tooneel, Muziek, Letterkunde en Beeldende Kunsten. |
c. | Brussel. |
d. | Drukker: Groote Handelsdrukkerij Victor van Loo, Hoopstraat 9, Brussel(Molenbeek). |
e. | ‘Onze Geloofsbelijdenis.’ |
f. | 1e jg., nr 1, 29 september 1912, p. 1. |
g. | Ondertekend: ‘Ons Tooneel.’ |