-77- [Programmaverklaring van Onze Vlagge]
Wij, de jeugd, gegroeid in dezen wordenden tijd, midden van het op-branden onzer kunst, vol vertrouwen in hetgeen komen gaat; wij, menschen bezield met groote liefde voor het volk en onzen grond, voelen de behoefte aan een uitgaaf waarin we, vrij en onafhankelijk van al wat rond ons streeft, ons gevoel- en gedachtenleven kunnen uiten, als vrije individuën naast elkander, zonder eenige verplichting tegenover wie of wat ook.
Veel valt er te zeggen: heel veel uit te jubelen en heel veel te betreuren; heel veel op te rechten en heel veel om te smijten.
Maar wat wij ook schrijven mogen over kunstenaars, kunst, wijsbegeerte of wat anders ook, immer zullen wij geleid worden door dit één idee: zooals wij handelen, moeten wij handelen om te doen wat onze plicht is. En hoe men ons dan langs alle kanten ook aangrauwen zal over een of ander oordeel, dat voor deze wat al te bits en voor gene te veel lof zal schijnen: in het robuste van ons geweten zullen wij de kracht putten om te volharden in den strijd die volgens ons de goede is.
Over alle aangelegenheden zullen wij onbewimpeld onze gedachten zeggen en zoo wij falen, toch zal het inzicht zuiver blijven; immer zullen wij handelen uit liefde voor de kunst en het volk wier ópbloeien in hunne volle ontwikkeling voor ons het doel is waar wij heen zullen, trots alles!
Reeds breekt in de verte het eerste zon-lichten door van den grooten morgen die geboren zal worden uit het zoeken en hartstochtelijke willen van dezen rusteloozen drangtijd; het eerste zon-lichten van den grooten morgen die een voller en rijker leven brengen zal aan alle, alle menschen.
Gezien de volledige vrijheid van opvatting, die hun toegezegd wordt, zijn onze medewerkers hoegenaamd niet aansprekelijk voor de gedachten die andere in onze vlagge zouden ontwikkelen. - Alleen de schrijver blijft verantwoordelijk voor het door hem ondertekend artikel.
a. | Onze Vlagge. |
b. | Jong-Vlaamsch Strijdblad. |