Het Vlaamsch-Vrijzinnige Studenten verbond wilde dat de Goedendag zich onder de studeerende jeugd onzer athenea's, gemeentecolleges, normaal- en hoogescholen, tot een verdediger dier beginselen aanstelde. Wat ons blad met dit inzicht al doen moet?
Wij hoeven binnen te dringen overal waar slechts een hart kan warm gemaakt worden voor den edelen kamp om Vlaanderen's herwording. Daarvoor rekenen wij op de geestdriftigste propaganda onzer vlaamschgezinde studiemakkers.
De Goedendag moet een open tribuun zijn, waar eenieder de minste overtreding onzer taalrechten aan den schandpaal spijkeren kunne, wanneer die nog frisch in het geheugen ligt. Onze briefwisselaars zullen daarvoor zorgen. Wij rekenen niettemin op de medewerking van alle leerlingen en studenten.
Langs onzen kant zullen wij niet ten achteren blijven. Voor zooveel het in ons bereik ligt zullen wij onzen lezers op de hoogte houden van alles wat den flamingant belang kan inboezemen. Er is iets nog waar wij met voorliefde naar streven willen, het bewerken namelijk eener onverbreekbare solidariteit onder de vlaamsch vrijgezinde studenten. De goede verstandhoudingen tusschen de verschillige kringen[,] de broederlijke eensgezindheid, die ons nauwer en nauwer moet omsluiten, zullen wij steeds trachten te versterken en te verwekken.
Den Noord-Nederlandschen studenten nog een woordje! Tot U wenden wij ons als tot broeders, wij vragen U sympathie, zedelijken en stoffelijken steun. Als kinders van het eens verbrokkelde, groote, machtige Rijk ‘waarvan De Geyter zong’ en waarmeê wij, vlaamsche vrijzinnige studenten, dweepen, meenen wij daartoe recht te hebben. Dankbaar nemen wij het volgende flink gestelde artikel van Dr Zuidema, een der uwen, in ons blad op. Mocht hij er velen onder U met zijn warm pleidooi voor onze zaak winnen! Mochten wij uit het Noorden nog zulke stemmen hooren!
En nu, viert de zeilen!
Brugge.
a. | de goedendag. |
b. | Tolk der Vlaamsch-vrijgezinde studenten. |
c. | Brugge. |
d. | Drukker: Coelis & Cabuy, Maldegem. |
e. | ‘Onze Belijdenis’ |
f. | 1e jg., 1891-'92, nr 1, pp. 1℃2. |
g. | roeland buskens = pseudoniem van maurits sabbe* (Brugge 1873-Antwerpen 1938), leraar, hoogleraar, cultuurhistoricus. Als schrijver bekend om zijn verhalend proza en toneelwerk in laat-romantische trant. Sinds 1919 conservator van het Museum Plantin-Moretus te Antwerpen, waaraan hij talrijke studies wijdde. |