Brood(1939)–Karel Vertommen– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 29] [p. 29] Voor mijn zoon Wim Wij hebben deze stad, mijn zoon, voor uw geboorteplaats verkoren, dat ge de verre schepen en 't nabije beiaardlied moogt horen. In ieder leven klinkt de roep van ongekende horizonnen, maar elke tocht moet einden in 't land waaruit hij werd begonnen. Min God en land, mijn zoon, en wees geen heimatloze. Vecht buiten u met volksverraad en in u met de Boze. Vorige Volgende