Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 173] [p. 173] Het vergenoegen. Wijze: Zonder liefde zonder wijn. 1. 't Genoegen van dit brosse leven, Is verr' het meest van korten duur: Alleen bij ons, door Deugd gedreeven, Zien wij slegts droeve dag of uur. Bestendig zijn alle onz' vermaaken: Behoedt voor twist en bitze nijt, Is 't dat wij 't waar genoegen smaaken, En leven wel te vreên en blijd'. 2. De vreugde die men smaakt op de aarde, Wordt soms gevolgt van bitterheid: Dan de onze aan niemand droefheid baarde, In zijnen gantschen levenstijd. [pagina 174] [p. 174] Zij is onzondig en menschlievent. Tot hagelblanke Deugd ze aanspoort. Zij helpt in rampen ook hoe grievent. Beschermt ons tot aan 't graf en dood. 3. Hier smaaken wij het waar genoegen, Dat me elders vrucht'loos zoeken zou. Door Deugd en Vriendschap saam te voegen, Zijn wij bevreid voor helsche ontrouw. Wij vinden in elk waereld-hoeken, En over haar! geheele rond, Steeds Vrienden die elkand'ren zoeken, Op kragt van 't Broederlijk verbond. 4. Wij tellen onder onze Broeders, Keizers, Koningen, Klein en Groot: Deeze allen zijn ons tot Behoeders, Wanneer wij mogten zijn in nood. Zij leggen graag hun Rang ter neder, Als zij maar slegts de Broederschap Zijn ingelijft; wanneer ze ons teder Beminnen in den hoogsten trap. [pagina 175] [p. 175] 5. Een aantal dan van waarde Vrienden, Heeft elk Verlichte Metzelaar: Nooit zal men daar van weerga vinden, Zoo als bij deeze Broederschaar? In welk een oord of Waereld-deelen, Wij ons bevinden, zijn altijd Veel Broeders, aan wien we ons beveelen, Die voor ons zorgen met veel vlijd. 6. Wie zou dan van de Metz'laarije, En van haar nut niet zijn bekoort? Daar ze ons in tegenspoed bevrije En helpen kan, zoo het behoort. Kom! zingen wij dan haar ter eere, Wat ook de blinde waereld denkt: Zij kan dien Schat ook niet waardeere! Ze is maar alleen bij ons bekent! Vorige Volgende