Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 161] [p. 161] De tevreedenheid. Wijze: Ah! que je sens d'imputience. 1. Kom Broeders zingen wij in 't ronde, Een Lied ter eer' der Metz'laarij: Dat ieder zich uit s' herten gronde, Volvrolijk maakt, vernoegt en blij. Zoo heugelijke stonden, Wij nooit op de aarde vonde: Hier leeren we onzen pligt, Bij 't Oosterschijnend-Licht. Geen Pen, noch duizenden van monden, Kan ooit beschrijven dat Gezigt. Wel aan dan Profaan, 't Is met u gedaan, En uw valsch bestaan; Laat ons maar begaan: Mijn Broeders 'k vermaan', (bis.) Houd aan, houd aan, houd aan, houd aan. Vreugde! ô vreugde! zoo wel bij ons beraan. (bis.) Zoo wel bij ons beraan. (bis.) [pagina 162] [p. 162] 2. Lost West- en Noorder Batterijen, Gelaan met Sterk-Kruid uit deez' Ton: Maakt Vuur van vreugde en van verblijen, Ter eer' van onze groote zon. Dat 't Driemaal-drie nu zwaaije! 't Kanon ook Driemaal draaije! Met orde vol beleid, En Metzelaaren vleit: Op dat ge uit 't Oosten woeker maaije, En 't Altaar der Bescheidenheid. Wel aan dan Profaan, 't Is met u gedaan, En uw valsch bestaan; Laat ons maar begaan: Mijn Broeders 'k vermaan', (bis.) Houd aan, houd aan, houd aan, houd aan. Vreugdel ò vreugde! zoo wel bij ons beraan. (bis.) Zoo wel bij ons beraan. (bis.) Vorige Volgende