Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 147] [p. 147] Ter eere van de godin Astrea. (Vertaaling van het nevensstaande.) Op dezelfde Wijs. 1. Broeders det ed'le Metzelaaren, ô, Wat geluk! een dag van vreugd'! De Goden zich voor ons verklaaren, Ter liefde voor de blanke Deugd. (bis.) Astrêa had de vlugt genomen, Om de ondermaansche gruweldaân, Dog, om ons Deugdelijk bestaan, Is ze in deez' Tempel weergekomen. Lost de Godin ter eer' dan ieder Batterij. Legt aan! geeft vuur! Astréa schenkt haar' gunst de Metz'laarij. (bis.) [pagina 148] [p. 148] 2. Daalt in ons hart deugdzaame Vrouwe, Stigt daar uw Throon in dat Paleis. Schenkt aan ons Hart uw' Deugd en Trouwe, Blijft bij ons met uw onderwijs. (bis.) ô Oort! waar we ed'le Wijsheid leeren, Driewerf gelukkig heil-verblijf, Waar niets doorstraalt in ons verdrijf, Dan Deugd, kan immers niets ontëeren? Lost de Godin enz. 3. Verr' zij van onze Tempelkooren, Gebannen vuige ontrouw en haat: Astrèa heeft aan ons doen hooren, Bemind elk zonder eigenbaat. (bis.) Doen wij dan de ed'le Vriendschap hulde! Vreest niets, hoe ook de laster woedt! Wij draagenöm een blank gemoed, Wijl Deugd altijd ons hart vervulde. Lost de Godin enz. Vorige Volgende