| |
| |
| |
Feest-zang. Marsch.
Wijze: Bon jour Mademoisel, of De Liereman.
1.
Dit is een tijd van vreugd.
Kom, laat ons zamen zijn verheugd.
Dit Feest weer vieren mag,
Sint Jan ons aller Hart verblijd,
Op deeze dag en vreugde tijd:
Hij is ons lief en waard,
Wijl hij ons altijd vreugde baard,
| |
| |
2.
Gij doet ons leven Frank en Vrij,
Schenk ons uw' gunst en bijstand dan,
Altijd, waarde Patroon Sint Jan.
Moet 't Werk met luister zijn volbragt,
3.
Daar al wat duister is voor zwigt!
Bestraal ons gunstrijk thans,
De held're Wester-Starrenhoog,
Schiet haaren Glans ook van om hoog
Op ons, van 't blaauw azuur,
En zij Verlicht ons door haar vuur,
4.
ô Star! die bij ons pleit,
En ons door 't redenlicht geleid,
| |
| |
Uw Lessen zijn zeer schoon,
En een geschenk der goòn,
Gij Broeders die ons Harte streelt,
En een Bezoek ons mede deelt,
Viert met ons de Eendragtsband,
Die in ons Hart is ingeplant,
5.
En Teekens daar van draagt met zwier,
Gewijde Schaar die draagt naar eisch,
Het Schootsvel op de regte wijs,
Wij roemen hoog uw' deugd,
Wijl zij altijd ons Hart verheugd,
6.
Den Cubiecq-Steen steeds waardig zijt,
Zoo geeft me in 't kort aan uw gezigt,
| |
| |
En gij, die Blind was, maar nu Ziet,
En 't zuiver helder Licht geniet,
Want dit is u met billijkheid,
7.
Nog werken moet, zijt wel te vreên,
Gij ziet eens door den tijd,
U daarvan, door uw' vlijt,
Kom, edele Gewijde Schaar,
Zijn wij nu vrolijk met elkaar'!
Smaakt de Bekoorlijkheên,
Van 't ondermaansche hier beneên,
8.
Kom, laad nu uit deez' Ton,
Met Maconicq-Kruit uw Kanon.
Doe 't losbrande in deez' Zaal,
En 't Offer blijd' betaal',
|
|