Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Antwoord van de broeders servans. Op dezelfde Wijs. 1. Koom! dat Wij nu met blijde klanken, Hartelijk danken, Onze Meesters in dit uur. Dat wij hun tragten te behaagen, En onze Dagen, IJv'rig te besteên vol Vuur. Geen ed'ler Dienst ooit Sterv'ling had! ô Groot geluk die daarin trad! Wij achten 't als een groote Schat. (bis.) 2. Wis zouden we ons ondankbaar maaken, Geen Vreugde smaaken, Zuimden wij in onzen pligt. Wij willen ijv'rig dienstbaar blijven, Ons Werk bedrijven, Onder 't oog van 't Achtb're Licht. [pagina 71] [p. 71] Deeze ed'le Kunst is Frank en Vrij, En verre van de Slavernij, Tot roem der Vrije-metz'laarrij. (bis.) 3. Mogt ons dan de Opperbouwheer geeven, De Kragt van 't Leeven, En getrouwheid in deez' Kunst! Mogt de Achtb're Meester ons verlichten Tot onze Plichten, Zoo kreegen wij een ieders gunst! Geen dienst ons nimmer meer geviel; Zij geeft vernoeging aan de Ziel: ô Smart, zoo men ons die onthiel. (bis.) Vorige Volgende