Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Aan de schoonen der aarde. Wijze: eene Pergodine. 1 Schoonen uwe Minzaame oogen, Zet ons deugdzaam Hart in brand: Gij hebt ons door uw' vermoogen, Op het naauwst aan u verpand. 2. Schenkt ons ook uw' wederliefde; Mint ons met een teder Hart; Heelt de wond' die 't Hart door griefde: 'k Wil dan wel deez' Minnesmart. [pagina 66] [p. 66] 3. Gij ziet u door ons behoeden, Op uw' beurt uit dankbaarheid, Meerder dan gij kunt bevroeden: Altijd tot uw' dienst bereid. 4. Kon me ooit trouwer Minnaar vinden, Dan een waaren Metzelaar? Neen! wil u aan hem verbinden; Mint deez' Wiskonst-ijveraar. 5. Dan, om u 't Geheim te ontvouwen Van deez' Kunst, staat ons niet vrij: Dit zou u en ons berouwen; 'k was onwaard de Metz'laarij. 6. 'k Mag u echter onderrigten, Dat hij is een Menschen-Vriend, Die weet ieder te verpligten, En u achting 't hoogst verdient. [pagina 67] [p. 67] 7. Altijd vriend'lijk en bescheiden, Leefd hij op dit Waereldrond: De Ondeugd weet hij te bestreiden, Tot zijn laatste levensstond. 8. Warsch van vuijge en Valsche streeken, Trouw aan de ed'le Broederschaar, Zoo te doen gelijk zij spreeken, Is 't bestaan eens Metz'laar. Vorige Volgende