Gezangen der vrije-metzelaaren(1799)–Joos Verschuere Reynvaan– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Den achtbere meester aan de metgezellen en leerelingen; met het antwoord van de metgezellen en leerelingen aan den achtbere meester. Wijze: Dieu d'amour. 1. Dat ge altijd Zij bereid, Tot deeze ed'le bezigheden, Wil uw' tijd besteden Der Metz'larij gewijd: Zij kan de zinnen streelen, Staat voor alle onheil pal; Zal Wijsheid mededeelen; Ze is 't wonder van 't heeläl. 2. Dit juweel, Word' geheel, Mijn' getrouwe en braave lieden, Die het Werk niet vlieden, [pagina 40] [p. 40] Eens voor uw' loon ten deel. Door vlijt, in deezen Tempel, Komt men tot de eerekroon; Wij klommen van den drempel, Ook op tot deezen Throon. 3. Keer op keer, Worde u meer, Wijsheid tot het werk gegeeven, Met Sterkte van 't leeven, Door den Opperbouwheer. Dat Schoonheid zich ontdekke, In dit Tempelgebouw; Op dat het dus verstrekke, Tot roem van die 't aanschouw'. Vorige Volgende