Zederyke zinnebeelden, vertoont in konstplaten
(1712)–E. Verrijke– Auteursrechtvrij
[pagina 214]
| |
Ik bewaar de tedere Myrten voor de koude.DE jeugd te nauwen perk te zetten,
Te kluist'ren aan te strenge wetten,
Verhard, of drukt dat schoone pand.
Men moet de teere Mirten dekken,
Om tot meer aanwas op te wekken,
En buigen met een zachte hand.
IK stel u hier de tedere opwassende Mirten voor, door een zorgvuldige hand gedekt, op dat ze door de strengheit der koude, en | |
[pagina 215]
| |
't geblaas van de sterke wind, niet mochten geschonden worden of sterven; maar door 't behulp van dit zachte schutzel te veiliger opwassen, en sterker en dieper wortelen mochten schieten. Dit 's een Zinnebeeld van de tedere jeugd, die, gelyk ze door te grooten strengheit, en onaangename strafheit der bestierders word verslaagen, zo ook door zachtigheit word opgewekt en aangemoedigt, om zich tot eerlyke en pryzelyke daden te begeeven. Altyt heeft deze wrange strengheit schadelyk geweest, die zonder eenig onderscheid, zoo wel de grootste als de kleinste misdaaden der jeugd, met dezelve bitterheit straft, en door een ontydige hardigheit, die tedere spruiten krenkt, dewelke met een zachter voorzorge moesten worden aangekweekt. Want deze jonge jeugd, met te grooten strengheit gehandeld, word wederspannig, of vervalt tot een dwaaze onnoozelheit; dewyl 't verstand, door deze wreetheit verstompt, zonder zich van de reeden te konnen bedienen, zo licht tot de ondeugd als tot de deugd word gebragt. Hier van komen eindelyk deze kwaade vrugten voort; dat de eene, zo in woorden, werken, als zeden, een vreeze en onbestendigheit vertoonen; en de andere, gestadig door een erbarmelyke droefgeestigheit kwynen, met geen geld, werelds goed, of eenig middel te herstellen; andere, alle eer en deugd vergeeten hebbende, verslyten hun levenstyt, in de wellusten verdronken: de overige geeven zich door | |
[pagina 216]
| |
een booze halstarrigheit, ten deele tot de wreedheit, ten deele tot de wellust, en andere zonden over. Want het gemoed, door een ontydige hardigheit zich de weg tot alle vermaakelykheeden en waereldsche lusten ziende toegeslooten, en ongeduldig over dit ongelyk, daar na tot de jaaren van meer vryheit gekomen zynde, jaagt zyn wellusten zo haastig en met zulke verwarde zinnen na, dat hy, de eer van zyn naam of familie weinig achtende, veel oneerlyke dingen begaat, die hy niet zou hebben gedaan, indien hy met meer vryheit was opgevoed. Dezen nu uit zyn strenge voogdyschap vry geraakt, en 't veld der vermakelykheden geopend ziende, word met een haastige en snellen loop tot de wellusten gevoerd; en een vyand van ernstige zaaken zynde, tragt hy zich met deze dingen te verzadigen, van welkers gebruik men hem allen door strengheit eenigen tyt had afgetrokken; by na de geenen gelyk, die, door ongerust waaken den nagt hebbende doorgebragt, met een vaster en langduuriger morgenslaap dat verlies vergoeden. En hoewel 'er van de eene of de andere kant iets word verbeeterd, zo zullen ze nochtans, het gemoed met de vreeze van de eerste strengheit en verwarringe ingenomen, nooit tot die heerlyken roem des levens koomen, als de geenen die, door een mildaadige en vriendelyke zachtmoedigheit tot de deugd geleid, een vryer geest genieten. 't Is dan beter de brandende begeerten van de jeugd te beteugelen, als dezelve met eene slag uit te | |
[pagina 217]
| |
blussen: 't is raadzamer deze teere boomtjes, met zachtigheit, als met hevigheit te handelen, op dat ze te beter mogen wortelen. Een eerlyke goedheit is de moeder der liefde; maar een ontydige strengheit, de bron van een onverzoenelyken haat, en verslaat veel meer het herte, als dat ze 't zelve oprecht. |
|